Laatst vond ik in een oud laatje een vergeeld krantenknipsel uit 1977. Een bijzonder artikel dat niet alleen onze familiegeschiedenis beschrijft, maar ook een mooi stukje van de geschiedenis van het centrum van Abcoude. Het verhaal begint in 1977, precies 80 jaar nadat slagerszoon Christiaan van der Roest het hakblok verruilde voor zeep en scheermes, en zo de basis legde voor wat zou uitgroeien tot een echte Abcouder kapperstraditie.

Wat begon boven een slagerij, groeide onder drie generaties Van der Roest uit tot een moderne kapsalon die vandaag de dag bekend staat als Christiaan Coiffures – een salon die volledig voldoet aan de eisen van deze tijd.

Joh. van der Roest vertelde in het artikel hoe het allemaal begon. Een uniek gesprek, want met hem praat je niet alleen over het kappersvak, maar over een heel tijdperk in Abcoude. In de geur van moderne haarproducten herleefde een stuk dorpsgeschiedenis, vol nostalgie, maar ook met momenten van armoede en strijd.

Rond de eeuwwisseling dreef grootvader Hein van der Roest een slagerij in het steegje naast de Wakende Haan. Zoon Christiaan voelde weinig voor het slagersvak, en in 1902 ruilde hij het uitbeenmes in voor een scheermes. Hij begon als barbier boven de slagerij, waar klanten via een trap naar boven moesten. Al snel bleek dat hij toe was aan een eigen plek en kocht hij een pand in de Brugstraat, tegenover café-stalhouderij Reghthua van Peter van Klomster. Daar opende hij zijn eerste echte kapperszaak.

Joh. van der Roest bracht er zijn jeugd door en herinnert zich nog levendig hoe zij als kinderen het roggebrood voor de paarden opaten, en hoe de straat met zand werd bestrooid om de zieke vader wat rust te gunnen. In deze Brugstraat kwam ook het eerste personeel, waaronder de zoon van veldwachter Oudakker, die later voorzitter werd van de Christelijke Kappersbond.

Zoals toen vaak gebeurde, was vader Christiaan niet alleen barbier, maar ook begrafenisondernemer. Dat leidde tot wat spanningen met de reeds gevestigde barbier/begrafenisondernemer De Bas. Uiteindelijk groeide het vertrouwen weer, en de begrafenisonderneming wordt nu voortgezet door zwager Cees Ouwersloot, onder de naam De Fortuin.

De zaak in de Brugstraat bleek op den duur toch ongeschikt, mede door de ondraaglijke stank van het naastgelegen slachthuis. Toen de schoenen- en manufacturenwinkel van Simon Kits te koop kwam, greep vader Christiaan zijn kans. Het pand, gelegen op de hoek van de Hoogstraat en de Stationsstraat, kende een rijke geschiedenis. Uit koopakten blijkt dat hier ooit een herberg stond met namen als De Fortuin, De Reizende Man, en later Het Wapen van Abcoude. Uiteindelijk werd het winkelpand verkocht aan de familie van der Roest voor 2300 gulden – een bedrag dat destijds als onhaalbaar werd gezien door de dorpsbewoners.

Met zeven kinderen, personeel en zelfs een ingekwartierde militair leefde het gezin in beperkte ruimte. Moeder van der Roest kookte dagelijks voor twaalf mensen, en Joh. sjouwde emmers water van de gemeentepomp naar boven – dit was de ‘waterleiding’ van de zaak.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog vonden meer dan duizend soldaten hun weg naar de forten rond Abcoude. Een kans voor vader Christiaan, die hen voor 2,5 cent per dag schoor.

Zoon Johan werd min of meer het vak in geduwd toen knecht Simon Oudakker plotseling ziek werd. Moeder zette hem in een volle scheerzaak met de woorden: “Ga jij maar eens helpen.” Hij begon met een stoof en een groot mes, tot grote hilariteit van de polderjongens die zich bij Roest lieten scheren.

Daarna volgde een opleiding: vier avonden vakschool per week, haarwerken bij Benkemper in de Raadhuisstraat en grimeren bij specialist Gerritse in Amsterdam. Na zijn huwelijk in 1932 begon hij samen met zijn vrouw – een gediplomeerd masseuse uit een kappersfamilie – met het damesvak, dat uiteindelijk de hoofdzaak werd.

Maar in de beginjaren ging hij nog langs bij klanten thuis, weer of geen weer. Soms moest hij het hooiland in op zoek naar de boer, om die voor twintig cent met een klomp slootwater te scheren. Ondertussen bouwde hij ook een reputatie op als grimeur bij toneelgezelschappen en als preparateur van dieren en vogels.

Tot op de dag van vandaag maakt hij haarstukken voor klanten uit het hele land, en in zijn vrije tijd maakt hij keramiek – asbakken, vaasjes en vogelhuisjes – die bij het 75-jarig jubileum aan klanten werden uitgedeeld.

Zoon Christiaan heeft inmiddels het grootste deel van het werk op zich genomen. Onlangs bezocht hij Salon 77 in Londen om zich te verdiepen in de nieuwste kniptechnieken. Met een diploma en frisse ideeën kwam hij terug, klaar om Christiaan Coiffures nog vele jaren voort te zetten – in stijl en volgens familie-eer.